Het valt me zwaar dit stukje te schrijven, maar laat ik maar gelijk met de deur in huis vallen: de verschijning van ‘Meerminnen verdrinken niet’ is uitgesteld. Niet omdat het boek er niet klaar voor is. Maar omdat de wereld niet klaar is voor het boek. Dat klinkt veel heftiger dan het is. Hoewel… Het heeft alles te maken met dat rotte virus, dat begint met een C en eindigt op ovid-19.
Dat rotvirus verziekt (ook nog eens) de verschijning van mijn boek
Ja, dat rotvirus heeft alles verziekt. Oei, dit klinkt heel negatief. Is het ook. Heel lang wilde ik het niet weten en sloot ik er mijn ogen voor. Zes weken lang verkeerde ik in een soort staat van ‘als ik er niet over nadenk, is het er niet.’ En dan bedoel ik nog niet eens alle lockdown-toestanden op de wereld. En ook niet ons leven op z’n kop: zoals heel veel ouders in de wereld moest ik naast het in de eerste plaats ouder zijn mezelf ontpoppen tot onderwijzer en mijn dochters thuis les geven, en daarnaast proberen mijn werk thuis te doen (ik werk ook nog vierentwintig uur als marketeer en ICT-er) oftewel weet ik niet hoeveel ballen in de lucht houden.

Nee, ik bedoel: Het Boek.
Maandenlang had ik naar Meerminnen verdrinken niet toe geleefd, ik had wilde plannen, grootse plannen. Maar nu waren het allemaal luchtballonnen die uiteen spatten. Het kon en mocht zelfs allemaal niet. Mijn kinderlijke enthousiasme ebte weg. Net zo vlug als het water over de zandplaten in de Oosterschelde als het laagwater wordt. En mijn enthousiasme over het boek daalde tot onder het NAP.
Wilde plannen: in het water of gewoon later?
Wilde plannen? Vertel, vertel! – denk jij wel, misschien. Kijk, ergens wil ik het je helemaal niet vertellen. Want ik wilde alles pico bello perfecto aan elkaar knopen en dan als een vloedgolf over je heen storten, zodat je werd overvallen door mijn boek en alles eromheen, zodat jij niets anders kon dan mijn boek kopen (en nog eens voor iemand anders kopen) en dan in het verhaal duiken en erin verdrinken. Maar ja, Covid-19, hè?
Rotzak. Klotevirus.
Ik wilde dus een unieke boekpresentatie houden in Brusea, het prachtige visserijmuseum in Bruinisse. Compleet met Zeeuwse bolussen en mensen in klederdracht. Wacht, nee, dus niet zomaar ‘een boekpresentatie’. Ik wilde er drie houden, of vier. Want we verwachtten veel animo: uit mijn eigen kring, maar ook van mensen uit de buurt. Iedereen is zó nieuwsgierig naar het boek! En, niet te vergeten: er passen maximaal 45 mensen op het zoldertje van het museum. De zoldering waar een vaste expositie is van de Stormramp van 1911 (‘Oh, écht? Een expositie van de Stormramp? Daar gaat je boek over!’). Maar wacht, spoel even terug. Maximaal 45 mensen. Uh! Mag niet! 1,5 meter samenleving.
Die boekpresentatie(s) zitten er waarschijnlijk niet meer in. Niet fysiek, althans.

Ik wilde dus een (audio) tour maken voor het Bruse museum, voor het Vissersuusje. Want dat huisje, dat helemaal à la negentienhonderdzoveel is ingericht, en écht heel tof is om te bekijken, heb ik ‘gebruikt’ als huis voor mijn hoofdpersoon Janna in het boek. Ik zou boekfragmenten ophangen in de verschillende kamers die voorkomen in het verhaal. Je zou er een QR-code kunnen scannen en er dan op je mobiel naar kunnen luisteren. (‘Oh, écht? Woont je hoofdpersoon, zeg maar, ín het Vissersuusje? Daar moet je iets mee doen, Sas!’). Maar wacht, spoel even terug. Een (audio) tour maken voor het Bruse museum. Uh! Mag niet! Alle musea zijn gesloten.

Alle lieve vrijwilligers van Brusea inclusief myself duimen voor een spoedige opening van het museum. (Want, hé, dat mijn plannen niet door kunnen gaan is vervelend, maar de prachtige expositie van 75 jaar vrijheid is daar ook in het water gevallen. Rotzak. Klotevirus.).
En dan vertel ik je misschien beter niet over mijn idee voor lezingen op de basisscholen in Bruinisse en, ach, over nog zoveel meer dingen die nu niet mogen en kunnen.
Te vroeg enthousiasme is ook niet goed
Ik heb mezelf ook nog een tijdje afgevraagd of alle ellende ergens misschien mijn schuld was. Want was het niet zo, dat de plannen rondom Het Boek niet meer stuk konden? Het was bijna te mooi om waar te zijn. Lucas Zandbergen viel me ‘aan’ met kritische opmerkingen op Facebook, toen er een mooi stuk over ‘Meerminnen verdrinken niet’ in de PZC verscheen. ‘Heeft het zin zo lang voor de verschijning reclame te maken?’ vroeg immer kritische Lucas. Nah, dus niet, denk ik nu. (En Lucas en ik zijn inmiddels weer goede Facebookmaatjes).
Was dát het? Wel allemachtig, nee dat kan natuurlijk niet. Wel heel krom om dat te denken. Dat die rotzak, dat rotvirus daarom heeft toegeslagen? Maar het virus doet rare dingen met je. Lang thuis in je eigen cocon zitten ook.

Een zomerboek en een meerminnen blog
Misschien wordt Meerminnen verdrinken niet wel gewoon een zomerboek. De proeflezers roken de zilte wind en voelden de zon op hun gezicht en het zand kriebelen tussen hun tenen, terwijl ze de kokmeeuwen in de verte ‘tèr tèr tèr’ hoorden krijsen. Ja, Meerminnen, kan best een zomerboek zijn. En van de (audio) tour voor het Brusea maken we gewoon een zomertoer.
En dan is er nog het blog, waar ik inmiddels met vernieuwd kinderlijk enthousiasme keihard aan werk. Op meerminnenverdrinkenniet verrijst binnenkort een waar leesparadijs. Je kunt je er straks te goed doen aan zoete en zoute recepten (waarin natuurlijk mosselen de hoofdrol spelen), aan interviews, aan meer informatie over het verhaal en de personages en de unieke illustratie die mijn zusje Vicky maakte, aan meer informatie over Bruinisse toen (in 1911) en nu, aan info over de vergeten Stormramp en vooral, echt vooral, kun je er genieten van Zeeland.
Net zoals straks in Meerminnen verdrinken niet.
Heb je nog even geduld?
Ik beloof je, dat het boek het wachten waard is.
