Je hebt deze schrijftip vast vaker gezien of gehoord: voorkom clichés in je verhaal. Toch is er grote kans dat ‘ie niet helemaal landde bij je. En dat je hem bij het schrijven (nog) niet gebruikt. Ik wil je adviseren dat wel te doen. Want clichés (en stoplappen) maken jouw verhaal en taalgebruik minder sterk en origineel.
Wat is een cliché?
Herschrijf cliché naar iets origineels
Breid je vocabulaire uit
Clichés doden nieuwe woorden
Hoe voorkom je clichés?
Toegift: stop met stoplappen
Meer schrijftips?
Wat is een cliché?
Ik ga altijd graag terug naar de basis. Wat is een cliché?
Herschrijf cliché naar iets origineels
Als je schrijft zijn clichés bijna onvermijdelijk. Ze zijn zo diep in je hersens ingesleten dat je vaak niet eens doorhebt dat je ze gebruikt. Ik ga altijd nog eens door mijn artikelen of scènes heen om ze op clichés te scannen. Ik haal die er negen van de tien keer uit en probeer dan in mijn eigen woorden, op originele wijze, hetzelfde te zeggen. Probeer dat ook te doen. Dat alleen al, het ombuigen van clichés naar iets origineels, maakt je verhaal beter en authentieker. Een collega-auteur zei onlangs tegen me: ‘Originele omschrijvingen zetten je de hersenen van je lezer aan het werk en roepen nieuwe beelden op, waardoor de lezer meer betrokken raakt bij het verhaal. En hoe meer betrokkenheid, hoe meer emotie je bij een lezer weet op te roepen, hoe ‘beter’ hij het boek (onbewust) vindt.’
Breid je vocabulaire uit
Mijn beste tip bij het ‘ontclicheën’ (oeh, ik heb zonet een prachtig woord uitgevonden) is misschien wel: word creatiever in je taalgebruik. Dat klinkt moeilijker dan het is. Alleen al met synoniemen kom je een heel eind. Een waar synoniemenwalhalla vind je op synoniemen.net. Pas deze truc toe tijdens het schrijven, en als je dat nog te lastig vindt bij je herschrijfrondes. Het mooiste is dat je ongemerkt je vocabulaire uitbreidt door het raadplegen van deze website (of gewoon vandale.nl). En zo word je vanzelf creatiever!
Clichés doden nieuwe woorden
Ik wil proberen je uit te dagen om nog een stapje verder te gaan. Probeer clichés ook tijdens je eerste, ruwe versie niet te veel te gebruiken. Ooit kreeg ik de ultieme tip bij een eerste versie van De Verteller van Beorga van een oud-jurylid van een boekenprijs: ‘Als je te veel clichés gebruikt dan heb je geen woorden meer.’ Ik vul dat meteen aan met een best heftige stelling: ze doden je originaliteit.
Waarschijnlijk denk je nu: ‘Wat bedoelde dat jurylid met “dan heb je geen woorden meer”?’ Ik zal het voor je toelichten met… een cliché:
‘Zijn mond stond wagenwijd open.’
Een mond die wagenwijd openstaat is een cliché-uitdrukking. Die mond staat ver open. Echt enorm ver. Pas op met zo’n krachtige uitdrukking. Bovendien: een mond die wagenwijd openstaat, roept bij niemand meer het beeld op dat het oorspronkelijk was, omdat je het al zo vaak hebt gehoord (en het daardoor een cliché is).
Het ontkracht je zin juist.
Vraag jezelf af: gebruikte je de uitdrukking op exact het juiste moment? Gebeurt er iets in je verhaal waardoor de mond ‘wagenwijd’ open moet? Zo niet: als er dan écht wat gebeurt, heb je daar dan nog woorden voor? Door clichés zoveel mogelijk bewust en met eigen woorden te vermijden, zul je merken dat je taal krachtiger wordt en de gebeurtenis in het verhaal intenser.
Hoe voorkom je clichés?
Ik hoor je al denken: ‘Vooruit Saskia, help me eens! Wil je wat voorbeelden geven van clichés die ik eigenlijk moet vermijden?’ – Ja, natuurlijk wil ik dat. Hieronder volgen een aantal clichés. Ik zal er een paar eigen draaien aan geven, met mijn eigen woorden. Hoe je een cliché in jouw schrijven ‘ontclicheet’ is natuurlijk afhankelijk van jouw eigen schrijfstijl én van je verhaal(genre).
Hij dacht diep na (hij had een diepe plooi in zijn voorhoofd).
-> Hij knipperde met zijn ogen. Kneep ze tot spleetjes. Wreef hard over zijn gezicht.
Ze huilde tranen met tuiten.
-> Haar mond was een dunne streep. En daar kwamen ze. Druppels van onwil liepen langs haar wangen, langs haar kin, zo haar trui in.
Ze was intens verdrietig.
-> Vanonder Janna’s kin drupte iets naar beneden. Op de vensterbank kronkelde een stroompje tranen.
(Uit: Meerminnen verdrinken niet).
-> Ze likte de warme tranen die langs haar neus drupten.
Zout.
Zo ontzettend zout.
Janna Meerman.
Meermin Janna.
(Uit: Meerminnen verdrinken niet).
De appel valt niet ver van de boom (het kind lijkt als twee druppels water op je).
-> Die ogen, die mond… Het is alsof ik jou zie, twintig jaar geleden.
-> ‘Ze lijkt nog op me ook. Ze kunnen haar zó thuisbrengen.’
(Uit: Meerminnen verdrinken niet).
Toegift: stop met stoplappen
Ik kan het niet laten, maar ik wil je nog een schrijftip geven: stop met je eigen cliché. Je eigen veelgebruikte, afgesleten uitdrukking. Jouw stoplap. En nee, met stoplap bedoel ik geen lap waarop je kunt leren stoppen, maar het woord dat jij telkens wéér gebruikt. Het woord dat je regelmatig gebruikt zonder er veel betekenis in te leggen. En dat woord wordt rete-irritant. Betekenisloos. Bladvulling. Een dooddoener. Waarschijnlijk heb jij zo’n woord of zelfs meerdere. Een van mijn proeflezers ontdekte mijn (tijdelijke) stoplap in mijn manuscript van ‘Meerminnen verdrinken niet’.
‘Alles is wel heel donker,’ vond ze. Ik doorzocht met Ctrl + F mijn hele manuscript en… ja, hoor.
Een donkere kamer.
Een donker huis.
Een donkere vloer.
Een donkere blik.
OMM.
Oh. My. Mermaid.
Ik besloot dat ik alle ‘donkers’ (ja, vrijwel allemaal) kon schrappen en er tekens iets totaal anders van kon maken. Het verhaal lichtte er meteen van op!
(Vaak kon het woord ‘donker’ zelfs helemaal weg, want te veel bijvoeglijke naamwoorden verzieken je verhaal ook. Maar dat is weer een andere schrijftip waarop ik later nog een keer terugkom).
Meer schrijftips?
Misschien denk je na het lezen van deze schrijftip (die je in eerste instantie misschien cliché vond) wel: ‘Kom maar op met de volgende!’.
Dan zeg ik: tot snel bij mijn derde schrijftip, die misschien wel volledig tegen je gevoel ingaat. ‘Schrijf zo mager mogelijk.’
Liefs,
Saskia