Meteen naar de inhoud

Een goed geconstrueerd en bijzonder sfeervol verhaal met levensechte personages (Trouw, Bas Maliepaard)

Een wonderlijke, ontroerende vertelling over liefde, verbittering en groeipijn.

Tussen de vijf Nederlandstalige romans die maandag zijn genomineerd voor de Dioraphte Jongerenliteratuurprijs staat maar één boek dat specifiek voor jongeren in de markt is gezet. ‘Kieuw’, het tweede boek van Saskia Maaskant, dat in het najaar verscheen en ten onrechte nauwelijks werd opgemerkt, moet de eer van jeugdboekenuitgevers verdedigen.

Hoewel ik de andere genomineerden nog niet heb gelezen, denk ik niet dat ‘Kieuw’ veel kans maakt. Daarvoor is de stijl van Maaskant niet verfijnd genoeg en het verhaal net iets te ‘jeugdboekerig’: het mist een volwassen scherpte, blijft uiteindelijk wat te warm en lief. Maar net als in haar fantasydebuut ‘De verteller van Beorga’ sleept de auteur je wél mee in een goed geconstrueerd en bijzonder sfeervol verhaal met levensechte personages.

Bijna haar hele jeugd heeft Filia (18) het sombere huis van haar grootmoeder niet mogen verlaten. Oma hield haar binnen, gaf haar thuis les en ontving nooit bezoek. De boodschappenjongen van de supermarkt is de enige buitenstaander die Filia kent. Maar nu oma is overleden, moet de wereldvreemde jonge vrouw leren op eigen benen te staan. Zo wordt een klassiek young adult-thema mooi uitvergroot.

De wereld dringt haar huis binnen in de persoon van Kers, een extravert meisje dat ze nog vaag kent van de kleuterschool, toen ze nog buiten kwam. Zij trekt ongevraagd bij Filia in en maakt korte metten met haar angst voor de buitenwereld.

Intussen rijst de vraag waarom oma haar kleindochter al die jaren heeft opgesloten. Het antwoord vindt Filia in een nagelaten dagboek, waarin oma beschrijft hoe ze het vertrouwen in de mensheid is verloren nadat haar liefde voor een jongen met een even fascinerende als bizarre afwijking onmogelijk werd gemaakt. In de dagboekfragmenten, die Filia’s verhaal onderbreken, voegt Maaskant zeer geloofwaardig een subtiele vleug fantasy toe.

Een strengere redactie had de tekst goed gedaan. Sommige zinnen klinken clichématig of onbeholpen: Filia’s lippen ‘branden van de vragen die eruit willen’, een traan ‘biggelt’ over een wang en de jongen op wie Filia verliefd wordt, heeft ‘donkere magneetogen’. Kers ‘bolt haar ogen’ ontelbaar vaak (en na één keer weten we wel dat die ‘hazelnootbruin’ zijn).
Maar wie zich daar niet aan stoort, kan zich laven aan een wonderlijke, ontroerende vertelling over liefde, verbittering en groeipijn.
 
29 maart 2014
Copyright (c) Trouw (letter&geest), Bas Maliepaard
Bron:  basmaliepaard.nl